Het kinderpsychiatrisch onderzoek bestaat uit een aantal vaste onderdelen, en daarnaast worden in overleg zo nodig nog extra onderdelen toegevoegd. Het doel is om vanuit verschillende gezichtspunten een beeld te krijgen van de klachten, maar ook van de sterke en beschermende factoren in het leven van een kind. Het onderzoek bestaat uit de volgende onderdelen:

 -Online gesprek: eerste gesprek met de ouders, waarbij we bespreken wat er aan de hand is en we een plan maken voor het onderzoek.

- Intake gesprek:  gesprek met ouders en kind op de praktijk. We bespreken samen wat er aan de hand is, wat de bedoeling van het onderzoek is en hoe het eruit zal zien. We leren elkaar wat meer kennen tijdens dit gesprek.

- Ontwikkelingsanamnese: een uitgebreid gesprek met de ouders over de ontwikkeling vanaf de babytijd. Wij kijken hierbij samen zowel naar kinderpsychiatrische bijzonderheden als naar kenmerken van hoogbegaafdheid. Ook wordt de leerkracht om informatie gevraagd over bijzonderheden op school. Soms gebruiken we daarnaast ook nog vragenlijsten als aanvullende informatie.

- Spelcontact: een afspraak voor alleen het kind, waarbij we spelen en praten, of tijdens een gesprek, afhankelijk van wat bij het kind past. Een enkele keer zijn er meerdere spelcontacten nodig om voldoende beeld te krijgen van een kind.

- Informatie van anderen: informatie wordt opgevraagd bij de leerkracht en eventueel andere/eerdere behandelaren.

- Intelligentieonderzoek: Als er nog geen/onvoldoende informatie is over de intelligentie wordt een intelligentieonderzoek gepland. Bij kinderen wordt gebruik gemaakt van de WISC-V, of de KIQT+. Aanvullend worden soms onderdelen van de IDS-2 gebruikt. Bij jongeren en volwassenen wordt de WAIS-IV gebruikt. Het afnemen van een intelligentieonderzoek geeft niet alleen een IQ-cijfer, maar geeft ook veel informatie over de manier van denken, sterke en zwakkere kanten en daarnaast is er ook op kinderpsychiatrisch vlak veel te zien tijdens een intelligentieonderzoek.

​

 

​